Royal Antwerp FC: Een Korte Geschiedenis van de Oudste Voetbalclub van België
Royal Antwerp FC – of kortweg RAFC – is de oudste voetbalclub van België en gevestigd in het stadscentrum van Antwerpen. Na het verdwijnen van Brussels Football Club werd RAFC geassocieerd met het stamnummer 1 van de Belgische Voetbalbond. De clubkleuren, rood en wit, zijn afgeleid van de stadskleuren. RAFC is al meer dan een eeuw een van de meest prominente clubs van België, met vier landstitels en drie bekers op hun naam sinds hun ontstaan in 1889.
Geschiedenis
RAFC werd opgericht als onderafdeling van de Antwerp Cricket Club, op initiatief van de ‘voetballende leden’ van de cricketclub. In 1894 was de Antwerp Cricket, Football and Lawn-Tennis Club volwaardig aanwezig, waarmee de club haar eerste definitieve terrein had gevonden.
De eerste jaren was RAFC een kleine club, die geen échte successen boekte op het vlak van competities en titels. Maar met de oprichting van de Belgische Voetbalbond in 1895 versnelden de dingen. De groei van de club was merkbaar, maar het leidde nog niet direct tot klinkende titels. Het was concurrent Beerschot die eind 19e eeuw de eerste landstitel binnenhaalde.
Jaren 1900-’10: Begin van rivaliteit met Beerschot
Hoewel RAFC vanaf het begin een ambitieuze club was, duurde het tot 1911 voordat de eerste titel werd gevierd. Dat jaar won Antwerp drie van hun laatste vier wedstrijden om zo, samen met Beerschot, uiteindelijk te kunnen strijden om de landstitel. Een testwedstrijd in Brussel besliste uiteindelijk dat Beerschot de titel mocht opeisen, maar de rivaliteit tussen de twee clubs was geboren.
Jaren 1920-’30: Eerste twee titels en verhuis naar de Bosuil
In 1922 werd het duel tussen Royal Antwerp FC en Beerschot voor de eerste keer het officiële duel om de ‘Ploeg van ‘t Stad’ titel, een symbolisch belangrijke titel die voor beide ploegen een erezaak was. In 1928 eindelijk, na 37 jaar, sleepten The Great Old hun eerste landstitel in de wacht. Antwerp werd daarmee de tweede stedelijke club die de titel op hun naam schreef en de jaren daarna sloot de club de jaren 20-’30 af met nog een titel.
Ook verhuisde de club in 1931 van de Broodstraat naar een groter terrein aan de Bosuil, waar ze voor het eerst eigenaar werden. Samen met de twee titels werd de Bosuil het toneel van een nieuw tijdperk van succesverhalen. Maar vooral van een lange en intense strijd met Beerschot.